fbpx

“Door eigen onderzoek kan ons werk pas echt relevant worden”

“Hoe ziet onze maatschappij eruit als we het hoofd willen bieden aan de toenemende segregatie en de klimaatverandering?” Elma van Boxel, landschapsontwerper en oprichter van Zones Urbaines Sensibles, oftewel ZUS, bevraagt continu haar werk en schuwt daarbij niet de grote opgaves. Ze geeft dan ook graag ongevraagd advies, al had ze daar de afgelopen jaren minder tijd voor. “Heel hard werken, levert niet per se iets van toegevoegde waarde op,” is haar conclusie nu ze terugkijkt en de ontwikkeling van ZUS analyseert.

ZUS staat bekend om haar activistische projecten, zoals de Luchtsingel en het Schieblock in Rotterdam. Zie jij jezelf in de eerste plaats als een ontwerper of een activist?

“Ik ben een ontwerper, maar ik word wel gedreven door een ideaalbeeld over hoe mensen met elkaar zouden kunnen samenleven. Je zou Almere Duin (een nieuw stuk stad in een kunstmatig duinlandschap bij Almere, red.)  in die zin een activistisch landschap kunnen noemen. Een klimaat-adaptief duinlandschap in de polder. Veel van ons werk komt voort uit het streven naar een droommaatschappij met ruimte voor iedereen. Tegelijkertijd zijn lang niet al onze projecten activistisch. Tussen 2001-2019 hebben we aan meer dan 300 projecten gewerkt, maar we worden voornamelijk geassocieerd met de Luchtsingel en het Schieblock. We zijn nog volop betrokken bij de herontwikkeling van het Schiekadeblok, maar onze focus ligt op meerdere projecten.”

Niets is zo hardnekkig als een imago blijkt wel. In 2001 richtte je samen met Kristian Koreman ZUS op. Hebben jullie toen ZUS bewust in de markt gezet?

“In onze begin jaren wilden we vooral onze visie goed neerzetten. In plaats van onze energie en tijd te steken in onbetaalde prijsvragen, besloten we onze eigen projecten te initiëren. Zo hebben onze ‘ongevraagde adviezen aan de stad’ veel gedaan voor onze zichtbaarheid. Dit heeft ons geholpen een bedrijf op te bouwen.”

Almere Duin – Foto: ZUS

Nu leiden jullie een bureau met 32 werknemers. Lukt het nog om geld en tijd vrij te maken voor ongevraagd advies?

“De afgelopen twintig jaar hebben we om de zeven jaar onze focus op een ander aspect van bedrijfsvoering gelegd. Dit om onze groei in goede banen te leiden. In de beginfase hebben we ons op visievorming gericht, de periode daarna ging over in actie, die weer werd opgevolgd door een fase waarin de financiële gezondheid van ZUS voorop stond. Al deze fases hebben ons geleerd wat het runnen van een bedrijf betekent. Afgelopen jaar hebben we met het boek ‘City of Permanent Temporality’ een periode afgesloten. Nu dat er is, ontstaat er weer ruimte voor nieuw eigen ontwerponderzoek. Het is uiteindelijk ons doel dat we daar naast onze lopende projecten tijd voor vrijmaken.”

Waarom?

“Dit levert ons allereerst veel werkplezier op, want zo kunnen we ons bezighouden met onze grotere fascinaties. Dat we als maatschappij geen idee hebben hoe we moeten reageren op toenemende segregatie en de klimaatverandering, vind ik zorgwekkend. Door ons hierin te verdiepen kunnen we relevant werk maken. De kennis die we opdoen kunnen we op verschillende manieren inzetten. Bij betaalde opdrachten is de tijd alles bepalend, bij eigen onderzoek niet. We kunnen erop broeden in plaats van dat we door tijdsdruk met een oplossing moet komen die het net niet is.”

Is dit ook de reden dat je nog niet bent afgestudeerd aan de Rotterdamse Academie van Bouwkunst? Je hoeft alleen nog maar je afstudeerproject in te leveren en je bent naast landschapsontwerper, ook architect en stedenbouwkundige. 

“Het gaat me niet om het papiertje. Ook hoeft het niet het beste afstudeerproject ooit te zijn, maar het moet wel kloppen. Het moet iets voor me oplossen. Ik wil een totaalvisie op stadmaken presenteren. Maar ik verdwaal elke keer weer in een onderzoeksrichting. Het begon met een onderzoek naar de relatie van het politieke systeem versus architectuur en vorm, vervolgens verplaatste het onderzoek zich naar het grote geld. Ik heb daarom de Quote opengeslagen en wil onderzoeken wat het oplevert als ik vanuit de optiek van de rijkste Nederlander, Mevr. Heineken, de stad vormgeef. Bierproductie en industrialisatie werden centrale thema’s naast de leegstand en transformatie mogelijkheid van het Rotterdamse Postkantoor. Tegelijkertijd wil ik een oplossing bieden binnen het klimaatvraagstuk en een antwoord vinden op de vraag ‘wat is de nieuwe manier van consumeren als we moeten consuminderen?’.”

Klinkt als een veelomvattend project naast het runnen van ZUS. En er zitten maar 24 uren in een dag. Hoe ga jij met je tijd om?

“Als ik niet oppas kan ik de hele dag bezig zijn met overleggen maar het liefst zou ik me de hele dag opsluiten om te onderzoeken en te ontwerpen. Zo wil ik mijn afstudeerproject al lang af hebben. Gelukkig is er nu weer een periode aangebroken dat ik me daarop kan focussen. Maar bovenal wil ik graag genoeg tijd met mijn dochter doorbrengen.”

Luchtsingel Rotterdam – Foto: Ossip van Duivenbode

Hoe is het om het moederschap te combineren met je werk?

“Voor de komst van Isis had ik te maken met mijn werk en mezelf, erna met mijn werk en mijn kind. Ik had en heb Isis zoveel mogelijk bij me. Zo gaat ze niet naar de buitenschoolse opvang. Na schooltijd ga ik of Kristian naar huis om haar op te vangen, speelt ze bij vriendjes en vriendinnetje of past mijn moeder op.

Dat lijkt me fijn voor Isis. Bied je deze flexibiliteit ook aan je werknemers?

“Ja. Iedereen binnen het team, ook projectleiders, kunnen part-time werken. Bij zwangerschap en goed functioneren hoeft niemand zich zorgen te maken over contractverlenging of dat ze geen vast contract krijgen. Het op tijd halen en brengen van kinderen is vanzelfsprekend en we proberen competities, tenders en projecten zo te organiseren dat ze binnen kantooruren rond te krijgen zijn. Wanneer werknemers weer aan de slag gaan na hun geboorteverlof is er ruimte om aan te geven hoe ze hun uren in die eerste periode willen opbouwen. Zwangerschappen en kinderen horen erbij.”

Veel vrouwen verlaten de architectenbranche na het krijgen van een kind. Kun jij je daar iets bij voorstellen?

“De eerste vier jaar na een bevalling trekken een grote wissel op vrouwen. Na de geboorte van Isis stond ik op de overlevingsstand en ging ik vaak over mijn grenzen heen. Ik deed mijn best om alle ballen tegelijk in de lucht houden. In die jaren heb ik daardoor misschien niet mijn beste werk gemaakt. Tegelijkertijd vind ik dat we als vrouwen wat liever voor ons zelf mogen zijn. Door slaapgebrek en intensieve zorg zouden we die eerste jaren niet te hogen eisen aan onszelf moeten stellen. Ik vind het bijvoorbeeld lastig om al mijn werk af te krijgen binnen kantooruren. Het fijne van mijn positie is dat ik mijn eigen tijd kan indelen. Zo kan ik Isis uit school kan halen en vervolgens ’s avonds nog aan een project werken. Hierdoor vallen er maar weinig ballen. Helaas past deze manier van werken niet in onze Nederlandse werkcultuur. We zouden daar een nieuw systeem voor moeten bedenken.”

Zoals?

“We zitten nog altijd vast in een systeem dat is ontstaan tijdens de industriële samenleving toen we aan de lopende band werkdagen van 9 tot 5 uur maakten. Gezien het werk dat we nu doen, moeten we niet kijken naar het aantal uren dat werknemers werken, maar naar het aantal taken dat ze gedaan krijgen en de kwaliteit ervan. Verveling en afstand van je werk zijn bijvoorbeeld nodig om tot goede ideeën te komen. Door daar ruimte voor te creëren, ontstaat er meer flexibiliteit in de werkdag en krijgt het gezinsleven een veel betere plek.”

Ben je ermee bezig dat je zelf ook een vrouw bent en daarmee een voorbeeldfunctie vervult?

“Tot voor kort helemaal niet. Maar toen sprak ik Jacob Voorthuis (Assistent Professor aan de TU Eindhoven, red.) en hij vertelde dat wij vrouwen ons meer bewust moeten zijn van de bevoorrechte positie die we hebben ten opzichte van vorige generaties. Volgens hem zijn we misschien wel over het hoogtepunt van de vrouwenemancipatie heen gezien recente vrouwonvriendelijke uitspraken door populist Thierry Baudet en inmenging van vrouwonvriendelijke culturen. Onlangs bleek bijvoorbeeld uit onderzoek (van het Amsterdamse OIS, red.) dat dat 51% van de Amsterdamse vrouwen te maken heeft met straatintimidatie. Het is blijkbaar niet vanzelfsprekend dat de positie van Isis straks hetzelfde is als de mijne.”

Wat zouden we kunnen doen om ervoor te zorgen dat onze dochters het niet slechter hebben dan wij?

“Dat begint heel klein door Isis en haar vriendinnetjes te laten zien dat ze dezelfde rechten hebben als mannen. Maar daarnaast is het heel belangrijk dat wij vrouwen zichtbaar zijn. Helaas voelt dit voor veel vrouwen niet zo natuurlijk als voor mannen. Waarschijnlijk doordat vrouwen vaak secundair reageren in plaats van dat ze meteen hun woordje klaar hebben zoals veel mannen. Dit betekent echter niet dat we niet meer naar buiten moeten treden. Er is werk aan de winkel.”