“Wij regisseren materiaalstromen”, vertelt Hester van Dijk. Samen met haar levenspartner Reinder Bakker runt ze Overtreders W, een ontwerpbureau dat de hele bouwkolom ter discussie stelt. Ze huren zoveel mogelijk materialen en producten, gebruiken afval als bouwmateriaal en recyclen plastic in een zelfgebouwde fabriek. “Vooralsnog worden we vooral gevraagd voor tijdelijke constructies, maar uiteindelijk is het mijn ambitie om al onze opgedane kennis toe te passen in een gebouw dat langer blijft staan.”
Hoe kun je het werk van Overtreders W het best omschrijven?
“Wij zijn geen architecten, wat wij doen zit tussen architectuur, kunst en ontwerp in. Wij bieden een vernieuwende en noodzakelijke blik op de bouwwereld, vooral op hoe er met materialen wordt omgegaan. De herkomst van materialen lijkt in de bouw slechts een bijzaak, er wordt enorm veel verspild, terwijl het voor ons juist het startpunt is. De afgelopen jaren hebben we ons ontwikkeld in het ontwerpen en bouwen met geleende of afvalmaterialen, om zo min mogelijk het milieu te belasten.”
“Maar naast circulariteit speelt ook het sociale aspect een belangrijke rol in ons werk. Ik hoop dat onze ontwerpen mensen aan het denken zetten en tot duurzamer gedrag verleiden.”
Lang niet alle partijen in de bouw begrijpen jullie manier van bouwen. Hoe ga je hiermee om?
“Meestal werken we met dezelfde partners, waardoor we weten wat we aan ze hebben. Helaas lukt dit niet altijd en soms komt het dan voor dat we niet serieus worden genomen. Laatst wilden we bijvoorbeeld tafels maken van het puin van een oud pand dat plaats moet maken, maar het was heel moeilijk om het te bemachtigen. De sloper kon zich niet voorstellen dat we het konden gebruiken en zag ook geen mogelijkheden om een container puin opzij te zetten. We hebben toen zelfs overwogen om een keer in het weekend het zelf op te halen. Gelukkig was dat niet nodig. Uiteindelijk hielpen een paar telefoontjes van onze opdrachtgever.”
Jullie zetten ook in op het huren van materialen en producten i.p.v. ze aan te schaffen. Lukt dit?
“Bedrijven vinden het heel lastig als wij bij ze aankloppen. Onze insteek is dat ze de materialen en producten die we aanschaffen na vijf jaar weer terugnemen en – mits onbeschadigd – terugleggen in het schap. Maar zo zijn bedrijven helemaal niet bezig met hun toekomstige voorraad. Ik zie het als mijn rol om dit te veranderen.”
Kun je een voorbeeld noemen hoe je hiermee bezig bent?
“Het People’s Pavilion dat we in 2017 samen met Bureau SLA voor de Dutch Design Week in Eindhoven maakten bestond voor een groot deel uit tegels van gerecycled plastic. We waren toen al bezig met het recyclen van plastic in een eigen fabriekje, maar de capaciteit was voor dit project te klein. Maar doordat we zelf machines hadden ontwikkeld en hadden geëxperimenteerd, konden we op een goed niveau meepraten met de uiteindelijke leverancier van de tegels. We werden heel serieus genomen.”
“We waren toen al bezig met het recyclen van plastic in een eigen fabriekje, maar de capaciteit was voor dit project te klein”

“Nadat het paviljoen was afgebroken hadden we snel een andere bestemming voor de tegels gevonden. De aanvragen bleven echter maar komen, ook van architecten die het wilden toepassen in hun project. We konden helaas geen ‘nieuwe’ tegels leveren, omdat ze niet gecertificeerd zijn. Nu zitten we samen met de leverancier middenin het proces om ze wel gekeurd te krijgen. Hopelijk wordt komende winter het eerste project, een school in Oosterhout, met de gecertificeerde tegels opgeleverd.”
Je noemt jezelf ruimtelijk ontwerper, maar misschien was uitvinder ook geen gekke benaming geweest?
“Ik noem mezelf ook wel eens materiaalchoreograaf. Ik haal de meeste voldoening uit dingen maken en vind het heerlijk om vieze handen te krijgen. In plaats van in een theoretische werkelijkheid studies verrichten, ga ik het liefst aan de slag met een grote stapel materialen. Voor mij was dit ook de manier om me te ontwikkelen als ontwerper. Doordat ik na mijn afstuderen direct ben gaan maken, heb ik echt leren ontwerpen. Waar ik in de praktijk tegenaan liep, moest ik ook meteen oplossen. Tegelijkertijd ontwikkelde ik zo een eigen vormentaal.”
“Ik haal de meeste voldoening uit dingen maken en vind het heerlijk om vieze handen te krijgen.”
Jullie ambitie is om meer permante gebouwen te realiseren, maar daar heb je ook een groter bureau nodig. Hoe zie je dit?
“Nu werken we alleen met freelancers, waardoor we slechts verantwoordelijkheid dragen voor ons eigen salaris. Stel dat er tien mensen voor ons werken, dan is onze eerste prioriteit dat we aan het einde van de maand hun salaris kunt overmaken. Dit betekent dat we ook minder interessante opdrachten moeten aannemen, terwijl we juist nog strenger willen selecteren. We willen in elke opdracht het experiment kunnen aangaan. Voorlopig zullen we daarom niet snel groeien in het aantal mensen dat vast bij ons in dienst is.”
Veel werk dat jullie doen slaat vanwege jullie duurzame ambities en aansprekende ontwerpen ook aan bij marketingprofessionals. Hoe ga je daarmee om?
“Vaak schiet ik eerst in een afwachtende reflex, omdat ik bang ben dat ik met zo’n commerciële partij onze eigen ambities niet kan verwezenlijken. Maar ze vertegenwoordigen wel de wereld waarin we leven. Toen Heineken ons benaderde wilden we een serieus antwoord geven op hun vraag die voorbijgaat aan een marketingsausje. Architectuur en vormgeving kunnen iets wezenlijks bijdragen aan mensenlevens. Daar ga ik in al onze projecten altijd naar op zoek.”