“Door parametrisch ontwerp is mijn werk niet alleen gemakkelijker, maar ook leuker geworden”, vertelt Maria Selkou (1985), architect bij ZJA Zwarts & Jansma Architecten. In haar eerste baan was ze vooral bezig met modelleren in Rhino: “Op een gegeven moment realiseerde ik me dat dit gezien het vele repetitiewerk veel efficiënter kon. Ik besloot de mogelijkheden van parametrisch ontwerp uit te zoeken.” Nu doet ze bijna niet anders. Bij ZJA werkt ze vooral aan bruggen die daar volgens haar bij uitstek geschikt voor zijn. Zoals fiets- en voetgangersbrug Sittard-Geleen, de complexe vorm hiervan heeft geen vlakke delen en kan niet met bijvoorbeeld extrusie-vormige bekistingen worden gemaakt.
Inspirerend vindt ze de door MX3D in staal 3D-geprinte brug in Amsterdam, naar ontwerp van techkunstenaar Joris Laarman met Arup als hoofdconstructeur “Niet alleen is het ontwerp 100% parametrisch, de brug verzamelt ook nog eens data van hoeveel mensen er over de brug gaan en het effect daarvan op de constructie. Voor een civiel ingenieur is dit hele interessante informatie over de life span van een brug.” Een ander mooi voorbeeld vindt ze de Shaded Dome van ZJA: “Deze koepel is alleen maar mogelijk door een parametrisch ontwerpproces. Hier zie je dat esthetiek en functionaliteit elkaar versterken. Bovendien, worden uit een script steeds ‘nieuwe’ gebouwen gegenereerd.
1. Bezin voor je begint
“Zet alleen een parametrisch ontwerpproces in wanneer je een reden hebt om het te doen. Als je iets nieuws of hetzelfde vaker bouwt, is het vaak zinvol, omdat je dan alle parameters zelf kunt uitzetten. Ik ontwerp bijvoorbeeld vaak bruggen en dan willen we altijd de meest optimale constructie waarbij we zo min mogelijk materiaal gebruiken. Ik werk in mijn eigen tijd ook aan de renovatie van mijn opa’s huis in een klein Grieks dorpje. Dan heeft een parametrisch ontwerp geen enkele toegevoegde waarde. Daarvoor is de schaal te klein en is de opgave vooral het analyseren van de bestaande structuur en het begrijpen van de plaatselijke mogelijkheden.”
2. Verdiep je in de software die je nodig hebt
“Grasshopper is hét programma wanneer je parametrisch wilt ontwerpen. Het is belangrijk dat je dit programma goed beheerst, maar begin met kleine stapjes. Online kun je veel tutorials vinden, zoals:
- Grasshopper handleidingvan de ontwikkelaar Modelab
- Wikivan de faculteit Bouwkunde aan de TU Delft
- Inleidende video van Nick Senske, assistent-professor Architectuur aan de universiteit van Iowa
- Uitgebreide documentatieop de website van ATLV, een architectuurbureau gespecialiseerd in computergestuurd ontwerp
En mocht je er niet uitkomen, dan is er een online Grasshopper community waar je allerlei vragen kunt stellen
3. Gebruik plug-ins
“Om optimaal gebruik te maken van Grasshopper heb je plug-ins nodig. Zo kun je door de Kangaroo plug-in de constructie van jouw ontwerp op een interctieve manier optimaliseren (form-finding) en helpt de Ivy plug-in bij het maken van tweedimensionale oppervlakken van je driedimensionale ontwerp. Hiermee kun je jouw ontwerp produceren, bijvoorbeeld door het middel van een lasersnijmachine.”
4. Werk een ontwerp uit in Grasshopper én in Rhino
“Parametrisch ontwerpen is in feite visueel programmeren. Dit is iets heel anders dan driedimensionaal ontwerpen. Om echt te begrijpen wat een parametrisch ontwerpproces inhoudt, raad ik aan om een opgave eerst uit te werken in Rhino en vervolgens in Grasshopper. Wanneer je aan de slag gaat met Rhino dan heb je al bepaald hoe groot de overspanning wordt of hoe hoog een bepaalde ligger. Wil je dit veranderen, dan moet je een nieuw model maken. In Grasshopper hoef je dat niet te weten. Je weet alleen bepaalde parameters. In plaats van dat je het groeiende eindresultaat voor je ziet, zie je het hele ontwerpproces en alle parameters waarover je moet nadenken. Zo zijn de hoogte van de ligger, of de overspanning de aanpasbare parameters, waardoor het ontwerpproces dynamisch wordt. Dat is op het begin heel ongemakkelijk. Als ontwerper wil je zo snel mogelijk het eindresultaat zien, maar in Grasshopper zie je dat pas wanneer je alle parameters hebt ingevuld en op ‘bake’ drukt.”
5. Gebruik je intuïtie om het eindresultaat te beïnvloeden
“Om je parameters goed in te voeren, is het belangrijk dat je van tevoren al enkele keuzes hebt gemaakt. Dit kan alleen wanneer je als ontwerper je intuïtie gebruikt en een voorstelling maakt van het eindresultaat. Een staalconstructie is bijvoorbeeld niet alleen dunner dan één van beton, het ziet er ook heel anders uit. Grasshopper helpt je vervolgens om inzicht te krijgen in hoeveel materiaal je nodig hebt en hoe duur het ongeveer wordt.”
6. Gebruik parametrisch ontwerp om je opdrachtgever te overtuigen
“Parametrisch ontwerp is een objectieve tool om een opdrachtgever te overtuigen om betere keuzes te maken. Je kunt ze live laten zien wat de consequenties zijn van bepaalde keuzes. Zo weet ik als ontwerper dat het meeste licht uit het Zuiden en het Oosten komt en dat het handig is om bepaalde ruimtes daarop te oriënteren. Grasshopper helpt me om inzicht krijgen in hoelang de zon gedurende de dag naar binnen schijnt en hoeveel daglicht daadwerkelijk binnenkomt.”
Dit interview met Maria Selkou is geschreven in opdracht van de BNA Academie. Bekijk hier ook het actuele cursusaanbod.