De gemeente Den Haag heeft Peter Camp een inspiratieboek laten maken over gezinsvriendelijk wonen in de stad. Met “‘Daar woon ik! Hier wonen wij: Gezinsvriendelijk wonen in Den Haag‘” wil zij aan de stad en de markt laten zien wat er allemaal mogelijk is om woonruimte voor gezinnen aan te bieden en wat daarbij komt kijken. A.ZINE vroeg mij het boekje te lezen. Misschien is het de kerst, de lockdown of gewoon de winter: Maar een inspiratieboek voor prettig wonen in de stad ligt bij mij goed. Het boek staat vol met mooie droombeelden om even naar te kijken, je ogen bij te sluiten en te fantaseren over een stad vol eigen initiatief, groepswonen en genoeg ruimte voor gezinnen.
Mooie voorbeelden
De voorbeelden zijn zeer breed; van Tokyo tot Den Haag zelf; en van studies tot gebouwde voorbeelden. Daarnaast kijkt de auteur Peter Camp verder dan de woning alleen. Er is aandacht voor een kindvriendelijke omgeving en staat ruime tij stil bij de potentie van collectieve woonvormen. Deze onderwerpen worden niet altijd meegenomen in het hangbare architectuurdiscours.
Het project Vergeten Plekken dat LIAG uitvoerde ter ere van haar 100-jarige bestaan is zo’n prikkelende studie. Het bureau zoekt in Den Haag naar plekken waar op zeer kleine schaal archipunctuur kan plaatsvinden. Het is een idee dat in Rotterdam al veel interessante toevoegingen aan de stad heeft opgeleverd. Den Haag zou hier kunnen profiteren van de geleerde lessen uit Rotterdam.
Alt Erlaa geeft aan dat je er niet bent door alleen de ruimtes te realiseren.
Foto: Wohnpark Alterlaa im Anschnitt door Viennaphotographer
Maar ook Kalkbreite van Müller Sigrist Architekten in Zürich is een inspirerend project. Het is een groot gebouw met 250 bewoners, 200 arbeidsplaatsen en veel voorzieningen zoals een daktuin, gedeelde professionele keukens en een bibliotheek. Daarnaast is er in dit gebouw ruimte voor verschillende doelgroepen, waaronder ook jongeren tussen de 16 en 25 jaar. Het is een complete gemeenschap.De schaal van het gebouw is indrukwekkend en laat zien dat het goed organiseren van collectiviteit niet gebonden is aan kleine aantallen.
Foto: Kalkbreite foto door Volker Schopp
Fantasie of werkelijkheid?
Daarmee slaagt het boek in één opzicht: Mijn fantasie is gekieteld. Ik ben geïnspireerd. Toch, als ik mijn ogen opendoe, verdwijnt dat gevoel ook weer snel. Dan dringen de discussies binnen de gemeenteraad van Den Haag in mijn hoofd naar voren. En moet ik denken aan de harde werkelijkheid van kleine woningen, businesscases, optimaliseringslagen, hoge kosten en natuurlijk – het is immers een markt- rendement. Die realiteit valt niet mee, zeker in een stad waar de gemeente ook nog eens weinig eigen grond bezit.
Als ontwerper, stadsbewoner, maar ook als politicus wil ik weten hoe deze projecten tot stand zijn gekomen.
Want hoe komen we bij die gedroomde stad? Daar schiet het boekje tekort. Het benoemt goede zaken, tegelijkertijd gaat het niet diep genoeg. Dit soort plannen ontstaan niet in een vacuüm. Als ontwerper, stadsbewoner, maar ook als politicus wil ik weten hoe deze projecten tot stand zijn gekomen. Welke uitgangspunten waren er? Welke rol speelde de gemeente? Hoe lang heeft het proces geduurd? En misschien nog specifieker: Welke voorbeelden passen bij de situatie in Den Haag?
Daarnaast wordt inclusiviteit in verschillende thema’s benoemd. Een uitwerking op dat thema in de voorbeelden ontbreekt. De vraag is hoe we er als gemeenschap voor zorgen dat deze nieuwe ideeën en dromen voor iedereen bereikbaar zijn, en niet slechts voor de mensen met geld of de vaardigheden om mee te praten en mee te doen. Vooral in een stad als Den Haag, met sterk gescheiden leefwerelden, is dit belangrijk.
Referentieboek Stedelijk wonen
Het zou mooi zijn als er ooit iets zou kunnen ontstaan als het boek Landschappelijk Wonen, maar dan voor stedelijk wonen. Landschappelijk Wonen is een studie van FARO Architecten, Palmbout Urban Landscapes en H+N+S Landschapsarchitecten. Zij liepen zo’n 10 jaar geleden in hun praktijk aan tegen opdrachtgevers die met onrealistische referenties kwamen voor wonen in het groen. Voor hen was er slechts één oplossing. Een verdiepend onderzoek over het begrip ‘landschappelijk wonen’ en de ambities voor groen wonen dichter bij realisatie brengen. Dit resulteerde in een gedegen vergelijking van de verschillende en veel gebruikte referenties. Zodat je kan laten zien dat de hoeveelheid gewenste woningen per hectare niet correspondeert met het gebruikte referentiebeeld. Dat maakt een gefundeerde discussie, over wat er kan en wat daarvoor nodig is, mogelijk. Dit zou de onrealistische verwachtingen over stedelijke projecten kunnen bijsturen.
Daarnaast zou zo’n boek ook in kunnen gaan op welke vormen van projectontwikkeling voor de hand liggen, welke rol de gemeente daarin kan nemen én welke vormen van financiering daarbij horen. Zo’n boek helpt dan niet alleen met dromen, maar ook met het realiseren van die dromen.
Tim de Boer is architectuurcriticus en is fractievertegenwoordiger voor de Haagse Stadspartij in Den Haag. Het boekje is te vinden via: https://denhaag.raadsinformatie.nl/document/9352854/1/RIS297331_Bijlage