Afaina de Jong, oprichter van Amsterdams architectenbureau AFARAI, is sinds 4 november 2020 de nieuwe Architect in Residence bij ARCAM. Haar zoektocht naar feminisme in (Amsterdamse) architectuur en de daarbij horende vrouwelijke architecten ging afgelopen maand van start met haar eigenste boekenclub: The Feminist Spatial Practice Book Club. In vier sessies bespreekt de boekenclub enkele sleutelwerken over feminisme in architectuur. Charlotte Thomas van A.ZINE sluit elke editie aan en parafraseert de teksten en hersenspinsels van de deelnemers om iedereen die niet kon aansluiten te informeren over de gedeelde kennis.
The Feminist Spatial Practice Book Club #2 stond in het teken van Sara Ahmed’s gedachtengoed. En wat een treffende hersenspinsels heeft deze kritische denker. Sara Ahmed is (onterecht) een minder gekende naam in de bredere architectuurwereld. Tijdens de boekenclubsessie werd unaniem gesteld dat daar verandering in moet komen.
Ahmed als architectuurliteratuur
Sara Ahmed omschrijft zichzelf als een feministische spelbreker “feminist killjoy” en opereert als een onafhankelijke feministische academica en schrijfster. Haar werk gaat hoofdzakelijk over de werking van macht in het dagelijks leven en institutionele culturen en niet per se over architectuur. Ze schrijft vanuit een feministische context met als hoofddoel het doorbreken van onderdrukkingssystemen als seksisme en racisme. Ze knokt voor sociale rechtvaardigheid via haar kritische hersenspinsels. Ahmed publiceerde boeken als Living a Feminist Life (2017), Willful Subjects (2014), The Promise of Happiness (2010), Queer Phenomenology (2006),… Deze vormen grotendeels het literaire naslagwerk voor de besproken tekst tijdens de sessie: Calling all architectural feminist killjoys! Ahmed for architecture students van Brady Burroughs.
Brady Burroughs, een onderzoeker, architecte, feministe en leraar in Critical Studies in Architecture aan het KTH Royal Institute of Technology in Stockholm, gebruikte de teksten van Sara Ahmed als rode draad tijdens een seminariereeks. Dit resulteerde in de publicatie Calling all architectural feminist killjoys! Ahmed for architecture students, bestaande uit fictieve brieven van Burroughs’ studenten in relatie tot de inzichten van Ahmed. De namen, gebeurtenissen en incidenten zijn ofwel de producten van verbeelding of worden gebruikt op een fictieve manier. Pijnlijk genoeg gaat het ook om waargebeurde situaties die na het lezen van Ahmed’s werk in een volledig ander daglicht komen te staan en vraagtekens oproepen. De studenten bevragen deze theoretische inzichten op een laagdrempelige manier waardoor het theoretische werk van Ahmed toegankelijker wordt. Ahmed’s (en ook Burroughs’) inzichten voelen de normatieve regels van de architectuurprofessie aan de tand. Het zet aan tot nieuwe denkwijzen binnen de architectuurwereld.

Uitnodiging
Als je geïnteresseerd bent in kritische theorie maar je weet niet waar je moet beginnen, is dit voor jou. Als je het zat bent om alleen te horen over dode, blanke, mannelijke architecten, is dit voor jou. Als je wordt beperkt door onuitgesproken veronderstellingen, smaken of oordelen, is dit voor jou. Als je ethische, sociale of politieke waarden van de architect of architectuur in twijfel trekt, is dit voor jou. Als je het beu bent om architecturale projecten te maken gewoon om anderen te plezieren, is dit voor jou. Als je bereid bent om de spelbreker te zijn en ongelijke praktijken te benoemen, is dit voor jou…
De publicatie inviteert tot zelfreflectie. Diverse deelnemers waren Afaina de Jong dan ook bijzonder dankbaar om hen te introduceren tot Ahmed’s werk. Haar terminologie en denkbeelden zijn een verademing, helpen als duiding en leveren handgrepen aan om problemen in de architectuurwereld bespreekbaarder te maken.
Postfeministische fantasie
“Postfeminist Fantasy” was één van de eerste termen die tijdens de sessie bevraagd werd. Interessant genoeg door één van de mannelijke deelnemers. Leven we dan nog niet in een postfeministische wereld? Deze fantasie werd rap door Ahmed en menig deelnemers doorprikt. “Een postfeministische fantasie is ‘een fantasie van gelijkheid: dat vrouwen het nu kunnen, zelfs hebben, of dat ze het zouden kunnen hebben het als ze het maar hard genoeg proberen” (Ahmed, 2017). Ahmed herinnert ons dat feministische bewegingen nog steeds noodzakelijk zijn om de nog geldende onderdrukkingssystemen die voortkomen uit racisme en kapitalisme de wereld uit te helpen, ook die in de architectuurwereld. Feministische architectuur vecht net voor sociale rechtvaardigheid, voor een inclusievere wereld waar minderheidsgroepen gehoord en gezien worden.
En andere bijzonder herkenbare gevoelsmatigheid voor architecten is “Feeling Fetishism”. Ahmed duidt hiermee op de gevoelstransformatie die gebeurt wanneer een bevoorrechte persoon wordt bewogen te handelen vanuit de pijn van iemand die minder bevoorrecht is. We voelen ons dan rap verdrietig en zijn geneigd om te helpen. Deze generositeit en vriendelijkheid creëert een ongelijke relatie van macht. Onze vriendelijkheid is afhankelijk is van de ander zijn pijn wat problematisch is. Dit uit zich onder andere in bouwprojecten waar architecten worden uitgenodigd om in meer sociaal en economisch kwetsbare gebieden te ontwerpen. Uit het gesprek kwamen verscheidene (postkoloniale) voorbeelden naar voor die het gevaar van misinterpretatie van de behoeften en verlangens van de benadeelden duidde.
Burroughs illustreert dit in de tekst aan de hand van een casus waar beschreven wordt hoe architectuurstudenten de opdracht kregen twee weken lang minder bevoorrechten te observeren en in functie van hun behoeften een (theoretisch) ontwerp uit te voeren. De minder bevoorrechten werden twee weken lang een illusie aan verbeteringen voorgehouden in functie van een architectonisch onderzoek zonder daadwerkelijke uitvoering. Hier werd het gevaar van “bad teaching” aangekaart. Een inclusief en zelfkritisch onderwijs is doorslaggevend voor de komende generaties architecten. Bezet de faculteiten met de meest uiteenlopende professoren, met diverse wereldvisies, en niet enkel die van het witte, mannelijke “architectuurgenie”.
Architectuur als rechttrekmiddel
Het concept “Straightening Device” sluit hier op aan. Ahmed beschrijft hoe bijvoorbeeld seksuele geaardheid in lijn wordt gehouden door richtapparaten, zoals objecten, oriëntaties, aannames, gezinslijnen. Ze suggereert dat we ‘hetero’ worden als een gevolg van de constante herhaling en reproductie van deze verwachtingen en afstemmingen. We erven en reproduceren patronen en gedragingen die bijdragen aan de vorming van ‘het normatief’. Dit verwijst niet noodzakelijk alleen naar seksualiteit, maar kan ook duiden op andere normatieve ideeën. Architectuur functioneert als rechttrekmiddel. Het wordt ook ingezet om een bepaalde groep in onze samenleving “recht te trekken” of “op één lijn te brengen”. Uit het gesprek kwam onder meer het Amsterdamse Asterdorp naar voor. Dit dorp was met goede bedoeling opgezet door Arie Keppler, Gemeentelijke Woningdienst Amsterdam, als een soort woonschool. Talloze probleemgezinnen werden er onder toezicht gehuisvest en heropgevoed tot modelburgers. Deze werden gecontroleerd door opzichteressen. Het dorp was omgeven met een muur met aanvankelijk één poort. Het idealistische idee van ‘heropvoeden’ mislukte volledig. In werkelijkheid veranderde dit woonexperiment weinig aan het toekomstperspectief van de gehuisveste gezinnen. Daarentegen droegen de bewoners een levenslang stigma met zich mee wat niet voordelig werkte op de arbeidsmarkt. Burroughs bevraagt door Ahmed’s concept van het “Straightening Device” de autoriteit van de architectuurscholen. Wordt dit normatieve gedrag bij architecten generatie op generatie in stand gehouden?
De feministische spelbreker
Ahmed treedt al geruime tijd op als feministische spelbreker: iemand die het geluk van anderen bederft door zich uit te spreken over of te weigeren deel te nemen aan seksisme, racisme of andere vormen van onderdrukking. De feministische spelbreker weigert de andere kant op te kijken en is ook niet bang om op te komen voor gerechtigheid, zelfs als het ten koste gaat van zichzelf, zoals het mislopen van banen, promoties, sociale netwerken of persoonlijke relaties in gevaar worden gebracht. “Je veroorzaakt ongeluk door de oorzaken van ongeluk bloot te leggen. En je kunt de oorzaak van ongeluk worden voor anderen.” (Ahmed, 2010). Dus spreek vooral als je geconfronteerd wordt met onrechtvaardigheden binnen de sector. Daarom stelde Ahmed de “Feminist Killjoy Survival Kit” op. Dit is een feministische overlevingskit voor spelbrekers met hulpmiddelen en bronnen om je te helpen op het pad van een feministisch leven. Het is een soort referentiebibliotheek, een baken, een metgezel, of een gids en moedigt al haar feministische lezers aan om samen te komen. Iets waar The Feminist Spatial Practice Book Club een aansluitend initiatief van is.
We kunnen stellen dat Brady Burroughs via de terminologie van Sara Ahmed de architectuurwereld een spiegel voor houdt, haar werk fungeert als een broodnodige realiteitscheck.
Geprikkeld? Word dan ook lid van Afaina’s Book Club over feminisme en architectuur. Je kunt meedoen aan haar zoektocht door je op te geven via het registratieformulier op de website van ARCAM. De boekenclub bespreekt één boek per maand in een ZOOM-sessie. De volgende boeksessie vindt plaats op 25 februari 2021. Voor verdere informatie bekijk de website van ARCAM.