Kraków is één van de mooiste cultuursteden van Europa. Anders dan andere Poolse steden is ze ongeschonden de Tweede Wereldoorlog doorgekomen, waardoor veel historische gebouwen zijn behouden.
Als iemand veel van Krakóws erfgoed afweet, dan is het Jan Janczykowski. Al meer dan veertien jaar is hij de regionaal conservator van het woiwodschap (een soort Poolse provincie) Województwo Małopolskie, waaronder ook Kraków valt. Hij is verantwoordelijk voor de beoordeling van nieuwbouwprojecten, de bescherming van het cultureel erfgoed en de kennisdeling van monumenten. Dat de oude binnenstad op de Werelderfgoedlijst van UNESCO staat, geeft zijn functie extra lading. We spreken hem in zijn kantoor aan de voet van het sprookjesachtige kasteel Wawel, misschien wel het belangrijkste cultureel erfgoed van Polen. Van zijn op het eerste gezicht bescheiden werkruimte, neemt hij ons mee naar een vergaderkamer met een plafondschildering uit de Renaissance. “Cultureel erfgoed dat bescherming verdient, hoeft lang niet altijd een heel gebouw te zijn,” zegt Janczykowski wanneer hij plaatsneemt. “Het kan ook bestaan uit een interieur of een schildering.”
Hoe kijkt u aan tegen het cultuurhistorisch erfgoed van Kraków?
“Dat het oude centrum van Kraków op de door UNESCO opgestelde Werelderfgoedlijst voorkomt, betekent dat het een belangrijke cultuurhistorische waarde vertegenwoordigt. In mijn werk kom ik continu nieuw erfgoed tegen; veel oude panden hebben gestucte muren en plafonds, die soms eeuwenoude schilderingen verhullen. Ik zie het als mijn taak om die te ontdekken. Voor een zorgvuldige analyse van de verschillende tijdslagen schakel ik experts in om mij te helpen. Zo heeft het woiwodschap een Regionale Raad voor Monumentenbescherming die bestaat uit architecten, archeologen en kunsthistorici. Maar ondanks de weloverwogen besluiten, wordt in de media veel gediscussieerd over de monumentenstatus, omdat die voor veel erfgoedeigenaren – meestal particulieren – beperkingen met zich meebrengt als het gaat om aanpassingen ten behoeve van het gebruik. Aan de andere kant is het voordeel van de monumentenstatus dat de eigenaren in aanmerking komen voor subsidies om het erfgoed te beschermen.”
Waarom heeft u de oude stad van Kraków uitgeroepen tot Cultureel Park?
“De huidige wetgeving ten aanzien van erfgoed maakt het niet mogelijk om de openbare ruimte als monument te bestempelen. Veel uitbaters van hotels en restaurants willen echter de vele toeristen bereiken die Kraków vanwege het UNESCO-erfgoed aantrekt. Het leidt tot allerlei commerciële uitingen in het straatbeeld zonder enig respect voor het historisch stedelijk landschap. Ik kon als conservator deze reclame-uitingen wel proberen te verbieden, maar daar konden de ondernemers tegen in beroep gaan. Vervolgens zou ik machteloos zijn gedurende de rechtsgang – vaak een lange procedure. Door de binnenstad uit te roepen als Cultureel Park is dat voorkomen. De belevingswaarde van de historische stad is hierdoor enorm toegenomen. Dankzij onze goede ervaring hiermee worden in Kraków minstens nog twee Cultuur Parken toegewezen: de Joodse wijk Kazimierz en Podgórze, de wijk waar de speelfilm Schindler’s List is opgenomen. Het heeft ook andere steden in Polen geïnspireerd om zo om te gaan met hun historisch stedelijk landschap.”
Hoe zorgt u dat het erfgoed van Kraków in gebruik blijft?
“Mijn taak is ervoor te waken dat Kraków geen museum wordt. Hierdoor beweeg ik me binnen het spanningsveld van gebruikers die een plek moeten krijgen – de stad moet bewoonbaar blijven – en het erfgoed dat zo goed mogelijk moet worden beschermd. Soms zijn bepaalde aanpassingen noodzakelijk voor het voortbestaan van een monument. Zo was er veel discussie over Hotel Cracovia, een jong monument uit de jaren zestig van de vorige eeuw. Het hotel was vervallen en niet meer rendabel, waardoor het werd verkocht. De nieuwe eigenaar wilde het pand het liefst slopen en vervangen voor nieuwbouw. Ik heb dit verboden en besloot dat de gevels, de entreepartij en bepaalde mozaïeken behouden moeten blijven vanwege hun cultuurhistorische waarde, maar dat de structuur mag worden aangepast ten behoeve van de nieuwe functie. In eerste instantie was het de bedoeling dat het pand kantoren zou herbergen, maar de verdiepingshoogte van 2,5 meter voldeed niet aan de huidige eisen. Uiteindelijk is het voormalige hotel gekocht door het stadsbestuur van Kraków om er de administratie en een tentoonstellingsruimte van het Nationaal Museum in onder te brengen.”
Wat zijn uw plannen voor uw laatste jaar als regionaal conservator?
“Ik wil dit jaar nog twee dingen bereiken. Allereerst wil ik ervoor zorgen dat ook ruïnes van belangrijk erfgoed, zoals kastelen, een beschermde status kunnen krijgen. Daarmee voorkom ik dat ze nog verder vervallen en de verhalen over hun verleden niet meer worden doorverteld. Daarnaast zet ik me in voor de vele houten kerken die de woidwodschap rijk is, zodat de volgende generaties ook van deze bijzondere bouwwerken kunnen genieten. Soms staan ze leeg doordat hun functie is overgenomen door nieuwe kerken die beter voldoen aan de huidige eisen van comfort – religie speelt nog steeds een belangrijke rol in het dagelijks leven in Polen. Ik wil door het verstrekken van subsidies de kerken laten opknappen, bijvoorbeeld als trouwlocatie. Het is toch fantastisch wanneer je op dezelfde plek kunt trouwen als je ouders? Op die manier wordt niet alleen de cultuurhistorische waarde van de kerken behouden, maar krijgen ze tevens een nieuwe economische en emotionele betekenis.”
Dit interview is geschreven voor het Rijnboutt Magazine #9 over Erfgoed (2017). Het hele magazine is hier te lezen en te downloaden. Fotograaf: Kees Hummel