fbpx

Bouwcultuur – een Europees pleidooi voor kwaliteit in het bouwproces

Heeft Nederland een andere bouwcultuur dan België of Denemarken? We zijn geneigd te denken van wel, vooral als we een website als ‘Ugly Belgian Houses’ bekijken of denken aan heroïsche projecten als de Deltawerken of de Beemsterpolder. Nederlanders kunnen van oudsher goed ‘polderen’, functionaliteit en ontwerpkwaliteit bij elkaar brengen en gedeelde waarden leidend maken bij ruimtelijke ontwikkelingen. Hoe staat het met die bouwcultuur, of, zoals het nu binnen Europa genoemd wordt: Baukultur? En wat heeft Europa daarmee te maken?

Verklaring van Davos

Op 22 januari 2018 hebben de Europese ministers van Cultuur samen met UNESCO en andere organisaties de Verklaring van Davos ondertekend. Hierin beloven ze ernaar te streven dat ‘de beginselen van een kwalitatief hoogstaande Bouwcultuur’ door alle belanghebbenden worden aanvaard en bevorderd. Dat betekent dat voor de rijksoverheid, provincies en gemeenten een ‘kwalitatief hoogstaande Bouwcultuur’ een beleidsdoel moet zijn – of worden.

“Aan ambitie geen gebrek in Davos”

Maar wat is Bouwcultuur precies? Het begrip omvat alle menselijke activiteit die de gebouwde omgeving verandert. Daartoe behoren dus nieuwe en bestaande (al dan niet monumentale) gebouwen, infrastructuur, openbare ruimte en cultuurlandschap. Bouwcultuur gaat over planning en ontwerp op elk schaalniveau én over de uitvoeringspraktijk. Het gaat over het ruimtelijke ontwikkelingsbeleid van rijk, provincie en gemeente. Bouwcultuur gaat niet over in welke stijl moet worden gebouwd, maar wel over het prioriteit geven aan culturele waarden boven economische winst op korte termijn. Een kwalitatief hoogstaande Bouwcultuur levert plannen op die niet louter voldoen aan economische en technische eisen. ‘Doordat mensen zich met hun leefomgeving kunnen identificeren, ontstaat er een inclusieve en verbonden samenleving, worden discriminatie en radicalisering tegengegaan en worden integratie en het sociaal-maatschappelijk bewustzijn bevorderd’. Aan ambitie geen gebrek in Davos.

Nederland en de aandacht voor hoogwaardige Bouwcultuur

In Nederland krijgt de Verklaring van Davos met de Nationale Dialoog Bouwcultuur in maart 2020 eindelijk de aandacht die het verdient. Sinds eind 2018 stond er een Nederlandse vertaling van de Verklaring online en daarna werd er hier en daar een column of artikel aan besteed, maar groot nieuws werd de Verklaring van Davos aanvankelijk niet. Vanwaar de late reactie in het land waar de ruimtelijke ordening zo’n stoere traditie kent? Wij weten hoe belangrijk de culturele dimensie van het bouwen is. We zijn trots op onze molens en pakhuizen, op de nieuwe en oude steden en op onze cultuurlandschappen.

Nu, met de Omgevingswet op komst, is het tijd voor een nationale dialoog. Zoals de organisatoren schrijven: ‘Omdat de nieuwe Omgevingswet en de Nationale Omgevingsvisie vragen om integrale belangenafweging en nieuwe werkvormen, door alle vertrouwde instituties en (bestuurs)lagen heen. Omdat we een bijdrage willen leveren aan het streven naar een kwalitatief hoogwaardige Europese Bouwcultuur, vastgelegd in de Verklaring van Davos 2018, die Nederland ook heeft ondertekend. Het advies, dat de minister aan het College van Rijksadviseurs en de Raad voor Cultuur heeft gevraagd om deze verklaring van handelingsperspectief te voorzien, verschijnt binnenkort.’

“Die onverschillig langs snelwegen geplante dozen, wie heeft dat besteld?”

De call for action die vanuit Europa komt is niet onterecht. De kwaliteit van de leefomgeving staat onder druk, de Verklaring van Davos signaleert ‘de toename van gezichtsloze ongebreidelde stadsuitbreiding en onverantwoord gebruik van de grond, de achteruitgang van de historische structuur en het verlies van regionale tradities en identiteit’. Een voorbeeld: de onverschillig langs snelwegen geplante dozen waarvan Adriaan Geuze zich in het televisieprogramma Zomergasten ooit afvroeg wie ze besteld had.

In de jaren van de crisis kwamen cultuur, erfgoed, architectuur en ruimtelijke kwaliteit er in het Nederlandse publieke debat bekaaid vanaf. In het cultuurbeleid van de periode 2013-2016, getiteld ‘Meer dan kwaliteit’, kwam de nadruk eenzijdig op publiek draagvlak en ondernemerschap te liggen. Instituten die voorheen veel aandacht voor architectuur en ruimtelijke ordening hadden gegenereerd, raakten uitgeblust. De vraag naar meer ruimtelijke kwaliteit wordt als hinderlijk ervaren als de druk om te bouwen groot wordt en de economie slecht gaat.

Inmiddels krijgt de rijksoverheid weer aspiraties als het gaat om ruimtelijke ordening, architectuur en cultureel erfgoed. Minister Van Engelshoven presenteerde een ambitieuzer cultuurbeleid: ‘Wat ik vooral hoop terug te brengen is het besef dat kunst en cultuur essentiële zuurstof zijn’, meldde ze daarbij. Er wordt 325 miljoen euro extra geïnvesteerd in cultureel erfgoed. Het College van Rijksadviseurs schetst in hun ‘Panorama Nederland’ een optimistisch toekomstbeeld voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. Dit verbeeldt hoe de ingewikkelde maatschappelijke vraagstukken aanleiding voor verbetering kunnen zijn, zodat de kwaliteit van leven uiteindelijk toeneemt. Maar dat kan alleen als die opgaven in samenhang worden beschouwd en als ontwerpers betrokken worden bij het vormgeven van veranderingen, ook om de impact ervan te verbeelden. En de Omgevingswet heeft als maatschappelijke doelstelling om een ‘veilige en gezonde fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit’ tot stand te brengen. Al met al blijkt dat het begrip kwaliteit weer een centrale plek aan het innemen is in de cultuur van het bouwen; en dat is nu net waar het in de Verklaring van Davos om draait.

“Kunst en cultuur zijn essentiële zuurstof”

Cono kaasfabriek in Beemster – Foto: Milad Pallesh

Maar hoe gaan we dat in praktijk brengen?

De Verklaring van Davos bevat een aantal voorwaarden voor een kwalitatief hoogwaardige Bouwcultuur – naast de juridische verankering. Ten eerste ligt aan elke ontwikkeling een goed doordacht ontwerp ten grondslag. Dit vraagt ook om goed opdrachtgeverschap. Onafhankelijke adviseurs ruimtelijke kwaliteit agenderen dit aspect geregeld in gesprekken met initiatiefnemers en ontwerpers als er (ondermaatse) plannen worden besproken in de Commissie Ruimtelijke Kwaliteit. Ook prijzen voor goed ontwerp en opdrachtgeverschap kunnen aandacht voor ruimtelijke kwaliteit stimuleren, zoals de NPR Gulden Feniks, de Rotterdamse Architectuurprijs, de Zeeuwse Dag van de Architectuurprijs en de Noord-Hollandse Arie Kepplerprijs.

Ten tweede pleit men in de verklaring voor een integrale benadering van opgaven en een gelijkwaardige samenwerking tussen verschillende disciplines. Deze ontwikkeling is in de Nederlandse praktijk al zichtbaar. Bij gemeenten gaan sectoren samenwerken om de doelstellingen van de Omgevingswet waar te maken. Het interessante is, dat gedeelde waarden en een gezamenlijk streven naar hoge kwaliteit daarbij vaak een goed middel blijkt om obstakels te overwinnen. Een onafhankelijk team van adviseurs ruimtelijke kwaliteit, dat aan het begin van een ontwikkeling in gesprek kan gaan met initiatiefnemers en ontwerpers, kan helpen de bovenliggende waarden onder de aandacht te brengen.

“Het is zaak om de goede ervaringen te benutten en nieuwe wegen te durven bewandelen”

Ten derde is burgerparticipatie belangrijk voor een goede Bouwcultuur, waarbij het publiek volgens de Verklaring van Davos ‘geïnformeerd en bewust gemaakt’ moet zijn. Dat laatste stelt eisen aan onderwijs en voorlichting; hier ligt een opgave voor gemeenten. Maar hoe richt je een participatietraject in dat wezenlijk kwaliteit toevoegt aan een proces, en hoe verhoudt zich de inbreng van het publiek tot die van professionals? Het is lastig om de kennis en creativiteit van betrokken burgers zo te organiseren dat je er als gemeente echt iets aan hebt. Het is zaak om de goede ervaringen te benutten en nieuwe wegen te durven bewandelen.

De grote opgaven die aan de poort van de Nederlandse ruimtelijke ordening rammelen, zijn gebaat bij een hoogwaardige Bouwcultuur. We kunnen ze aangrijpen om een verbeterslag te maken en – wie weet? – ongelukken uit het verleden aan te pakken.

Meer lezen:

Praat mee over de Nederlandse bouwcultuur tijdens de Nationale Dialoog Bouwcultuur op 5 maart: www.nationaledialoogbouwcultuur.nl.

Dit artikel is eerder gepubliceerd in Toon magazine #03. Toon magazine is een uitgave van Dorp Stad en Land. Een hardcopy van het magazine is te bestellen via www.toonmagazine.nl