Janne van Berlo (1990) is vier jaar geleden afgestudeerd en werkt al aan grote gebouwen. Zoals een woontoren van 50.000 m2 in het centrum van Eindhoven. Haar bureau is geboren vanuit kansen. Naar eigen zeggen kon ze niet anders dan deze aangrijpen en een eigen bureau starten. “Wanneer er mooie kansen op mijn pad komen waar ik echt in geloof, dan ga ik daar keihard achteraan.” Onbevangen gaat ze alle uitdagingen op haar pad aan. Janne laat zich daarbij niet remmen door wat ze niet weet. Of ze gaat op zoek naar een goede partner, of ze haalt de kennis in huis. “De uitwerking uitbesteden is voor ons als klein bureau een uitkomst.”
Waarom ben je architect geworden?
“Ik vind het geweldig dat ik aan mijn eigen toekomst bouw. Dat ik kan fantaseren over hoe de wereld eruit moet zien, wat fijne plekken zijn en hoe ik daar vervolgens ook daadwerkelijk vorm aan geef. Als architect kan ik letterlijk iets toevoegen aan de wereld, waardoor ik maatschappelijk relevante dingen kan doen. Uiteindelijk ontwerp ik voor de mensen die het gebouw gaan gebruiken en niet voor mezelf.”

“Ik vind het geweldig dat ik aan mijn eigen toekomst bouw”
Waar zit de maatschappelijke relevantie in jouw projecten?
“Ik bekijk de opgave altijd vanuit de menselijke kant. Ik vind het bijvoorbeeld het opvallend dat steeds meer mensen de verbinding met hun omgeving verliezen. Met als gevolg dat ze zich er niet veilig voelen en er geen verantwoordelijkheid voor dragen. In mijn projecten probeer ik ze daarom tijdens het proces zoveel mogelijk te betrekken. Enerzijds draagt dit bij aan een stuk eigenaarschap, anderzijds bieden ze veel inspiratie en ontstaat een gelaagd ontwerp. Daarnaast probeer ik in mijn ontwerpen zoveel mogelijk ontmoeting te faciliteren, waardoor het gemeenschapsgevoel wordt versterkt.”
Kun je dit toelichten?
“Momenteel doen werken we samen met Ector Hoogstad Architecten aan een studie voor acht woningen in Duitsland. De centrale vraag was: hoe kunnen gezinnen in oude winkelpanden wonen? Doordat steeds meer winkelpanden leeg komen te staan, verdwijnt de levendigheid uit dorpskernen. Onze insteek is door alle woningen aan de achterkant via een gedeeld hof te ontsluiten. Op deze manier ontstaat er in de oude dorpskern een klein buurtje, een leefgemeenschap, waar de bewoners elkaar kennen en zich thuis voelen.”
“Ook al run ik een jong architectenbureau, ik laat me niet remmen door wat ik niet weet”
Je hebt een jaloersmakende opdrachtenportefeuille voor een jonge architect. Wat is je geheim?
“Wanneer er mooie kansen op mijn pad komen waar ik echt in geloof, dan ga ik daar keihard achteraan. Met veel enthousiasme zorg ik dat de relatie warm blijft. Ik bel ze op, drink koffie met ze en vraag ze de oren van het hoofd. Ik word gedreven door nieuwsgierigheid naar alle mogelijkheden. Ook al run ik een jong architectenbureau, ik laat me niet remmen door wat ik niet weet. Of ik zoek een goede partner of ik haal de kennis in huis. De uitwerking van de woontoren van 50.000 m2 kunnen we bijvoorbeeld als het gaat om mankracht niet aan. Ik ben daarom met verschillende architectenbureaus gaan praten om uit te zoeken wie ons kan adviseren en helpen met de uitwerking. Uiteindelijk heb ik besloten om samen te werken met Inbo.”
Door wie laat jij je inspireren? Heb je voorbeelden?
“Ik word altijd zenuwachting als ik naar het werk van andere architecten kijk. Zo lang ik daar niet te veel mee bezig ben, voel ik de ruimte om mijn eigen ding te doen. Ik laat me liever inspireren door kunstenaars of schrijvers. Ik heb vooral bewondering voor mensen die met een grote sensitiviteit en poëzie dingen maken, zoals de dames van Atelier NL. Zij ontwikkelen producten op basis van klei die ze uit de grond halen op verschillende locaties in Nederland. Ze laten daarmee de rijkdom van de aarde en de waarde van lokale grondstoffen zien. En vervolgens presenteren ze hun werk op een hele mooie manier.”

Hoe zie jij het architectenvak zich ontwikkelen?
“Steeds meer architectenbureaus kunnen hun projecten niet zelf uitwerken. Wij lopen daar ook tegenaan. Bij kleine projecten lukt het nog wel, maar die enorme woontoren uitwerken is voor ons onmogelijk. Terwijl veel vakgenoten dit zien als een probleem, vraag ik me af hoe erg dit is. De uitwerking uitbesteden is voor ons als klein bureau een uitkomst. Hierdoor verloopt het proces efficiënter en is het resultaat hoogstwaarschijnlijk kwalitatiever. Doordat kennis wordt gebundeld, ontstaat er ruimte om te innoveren. En innovatie in de bouw is broodnodig. Vergeleken met productontwikkeling, ontwikkelt de bouw zich enorm traag.”
Innovatie in de bouw zit toch juist in het experimenteren met materialen en details? Hoe zorg je ervoor dat je daar grip op houdt als je de uitwerking uitbesteedt?
“Dat klopt. Tijdens de uitwerking wordt nog volop ontworpen en worden belangrijke beslissingen genomen. Als we niet verantwoordelijk zijn bij de uitwerking, dan gaan we op zoek naar een andere manier van samenwerken met de betrokken partijen. Dan streef ik er altijd naar dat we gedurende het hele project meekijken als bewaker van het concept en de esthetiek.”

Veel architecten hebben het idee dat ze een strijd moeten voeren met ontwikkelaars en aannemers voor hun betrokkenheid bij de uitwerking. Hoe zie jij dit?
“Ik zie niet als een strijd, maar als een communicatieopgave. Goede communicatie vormt de basis is van een succesvolle samenwerking. Uiteindelijk willen alle betrokkenen, ook de ontwikkelaar en de aannemer, een mooi gebouw maken. Tijdens het ontwerpproces is de taak van de architect kwaliteit te laten zien en anderen daarvan te overtuigen. Het is juist waardevol om samen met verschillende partijen na te denken over alternatieven en vernieuwing.”