fbpx

“Science Fiction is een belangrijk onderdeel van architectuur”

“Science Fiction is een vast bestanddeel van het leven. De toekomst van de stad en de mens wordt voortdurend in nieuwe scenario’s uitgewerkt,” vertelt architect Winy Maas. Science Fiction is dan ook een belangrijke inspiratiebron voor zijn werk. Zowel voor zijn gebouwde projecten bij architectenbureau MVRDV, als voor de onderzoeksprojecten die hij leidt binnen The Why Factory aan de TU Delft. “Elk project moet een aspect hebben dat ons als mensheid verder brengt.”

Winy Maas, Foto door Barbra Verbij

Welke science fictionfilms hebben invloed op je werk als architect gehad? En hoe is deze invloed zichtbaar?

“Blade Runner is een klassieker inmiddels, maar ook een donkere dystopie. Ik raak veel meer geïnspireerd door de verticale natuur in Avatar. Het ligt minder voor de hand omdat het natuur is en niet architectuur, maar ik wil deze schoonheid in gebouwen realiseren.  Ik noem het The Green Dip, gebouwen die als het ware in een pot groen zijn gedipt en dan natuur en architectuur met elkaar verbinden.”

“Bij The Why Factory werken wij met scenario’s voor toekomstige steden door één vraagstuk te intensiveren en te maximaliseren. Zo vragen we ons af hoe een stad eruit zou zien als die doorzichtig zou zijn of maximale biodiversiteit biedt. Science fiction speelt ook vaak met dit soort scenario’s, in de film The Fifth Element zijn bijvoorbeeld waanzinnige scenes waaruit we putten voor ons scenario voor Skycar City: hoe ziet de stad eruit als auto’s kunnen vliegen? De film Minority Report biedt een fantastische visie op de zelfrijdende auto binnen en buiten de stad. In Star Wars is een planeet die compleet met stad bebouwd is.”

Science fiction verkent de mogelijkheden van de toekomst, vaak gebaseerd op huidige maatschappelijke ontwikkelingen. Als architect ontwerp je ook voor de toekomst. Is er een relatie tussen de twee? Zo ja, hoe draagt deze relatie bij aan de ontwikkeling van architectuur?

“Voor mij is het belangrijk om een stip aan de horizon te hebben. Het geeft een bepaalde richting en doel aan ons werk. Zo ben ik vermoedelijk 5% op weg om Barba te realiseren, een bouwmateriaal dat zoals de tekenfilmfiguur Barbapapa compleet flexibel is. Het lijkt me fantastisch als je huis zich onbeperkt kan aanpassen aan je behoefte, de stad kan krimpen en groeien al naar gebruik. Hiermee wordt de stad een metabolisme dat ook ruimte en energie kan besparen. Om hiertoe te komen maken we allemaal uitvindingen, een soort reeks van ‘collateral inventions’ die vaak praktisch toepasbaar zijn in architectuurprojecten. Het onderzoek is een fascinerende weg die veel innovatie en verrassing in zich heeft. In die zin is science fiction, het ongelimiteerd nadenken over waar wij naartoe gaan, een zeer belangrijk onderdeel van architectuur.”

In jouw inauguratie speech zei je: “T?F seeks for a refined combination of science and fiction.’” Wat is de ideale balans tussen beide? Is er zoiets als te veel fictie wanneer het op het ontwerpen van architectuur neerkomt?

“Science Fiction betekent dat je jezelf baseert op technologie die denkbaar is, die nu wellicht nog niet bestaat maar in toekomst mogelijkerwijs wel. Het betekent ook dat je soms op basis van huidige technologie werkt, maar dat de politieke realiteit de uitvoering van dergelijke projecten niet mogelijk maakt. Dat is het verschil met fictie.”

”Fictie is een extreem belangrijk onderdeel van ons werk. Voor lange tijd was het beste werk van MVRDV, Pig City, niet gerealiseerd en in die zin fictief. Pig City is een vroege voorloper van het onderzoek dat we nu bij The Why Factory doen. De 400 meter hoge toren van gestapelde biologische varkensboerderijen met eigen voedselvoorziening, slachthuis en mestrecycling was een vraag aan de maatschappij: waar wij naartoe willen met onze vleesconsumptie? Praktisch was het haalbaar, maar het project was toch fictie omdat de hele landbouwsector er niet voor open stond. Zelfs nu, 19 jaar later, is het project niet welkom op landbouwbeurzen, en dat terwijl Nederland één van de meest vooruitstrevende en grootse exporteur van voedsel is. In die zin is fictie ook soms een graadmeter en kan het een provocatie zijn om een reactie te krijgen.”

Impressie Pig City, MVRDV

The Why Factory houdt zich bezig met onderzoek en gedachte-experimenten, terwijl MVRDV ook echt fysieke gebouwen maakt. Hoe verschilt jouw aanpak als het gaat om ontwerpen die puur theoretisch zijn en ontwerpen die daadwerkelijk worden gerealiseerd en moeten functioneren?

“In The Why Factory werken wij aan nog niet-verkende en onbetaalde, dus niet commerciële, ontwikkelingen zonder directe opdrachtgevers, terwijl we bij MVRDV werken aan betaalde opdrachten. In The Why Factory werken we vaak met toekomstige technologieën, maar tegelijk ook in teams zoals de studenten later in hun werkzame leven. Hier gelden andere beperkingen dan in de praktijk waar projecten vaak zeer contextueel ontworpen zijn en budgetten doorslaggevend. De methode is echter dezelfde, maar de beperkingen verschillen. Werken vanuit een theorie betekent dat wij de luxe hebben onszelf een beperking of probleem opleggen dat wij willen oplossen. Maar dat maakt het vraagstuk niet minder reëel.”

Welke projecten van the Why Factory en MVRDV zijn het meest van invloed op de toekomst van architectuur?

“Veel projecten hebben een richting wijzend onderdeel dat voor de toekomst een belangrijke rol gaat spelen, of heeft gespeeld. Zo heeft Villa VPRO vaak als voorbeeld gediend voor meer mensgerichte werkplekken. WoZoCo laat zien dat senioren ook in vrolijke architectuur kunnen wonen tegen een betaalbaar budget. Bij The Why Factory zien we nu vaak dat onze concepten parallel of achteraf door anderen worden doorontwikkeld. We geven dus een belangrijke impuls op verschillende manieren. Elk project moet een aspect hebben dat ons als mensheid verder brengt.”

Foto WoZoCo door Thijs Wolzak